We zullen ons grotendeels beperken tot de presentatie van het decreet van de Franse Gemeenschap door middel van de volgende specificatie: verplichtingen die voortvloeien uit het decreet, bevoegdheidsverdeling, toepassingsgebied ratione personae, materiae, temporis et loci.
Open access houdt niet het recht in om alles en nog wat te doen met wetenschappelijke literaire werken. De regels uiteengezet in Boek XI van het Wetboek van Economisch Recht getiteld “Intellectuele Eigendom” blijven van toepassing. In het algemeen worden de gebruiksvoorwaarden gespecificeerd in het kader van institutionele digitale archivering op het gebied van auteursrecht.
Wat de onderzoeker betreft, is het noodzakelijk om een onderscheid te kunnen maken tussen enerzijds de deponeringsverplichting en anderzijds de verplichting van de terbeschikkingstelling in open access (eventueel na een periode van embargo). Tot slot wordt hieronder ook ingegaan op de vermeldingsvereiste.
Deponeringsplicht
Het deponeren van het artikel in een institutioneel digitaal archief houdt standaard de vrije toegang in. Deze vrije toegang kan contractueel met de uitgever worden geconditioneerd op een embargo van maximaal 6 maanden (wetenschappen, technieken en geneeskunde) en 12 maanden (sociale wetenschappen en humane wetenschappen). De digitale deponering dient direct te geschieden na acceptatie door de uitgever van het gevalideerde artikel na de peer review door vakgenoten. [1] Bij het sluiten van een publicatiecontract (wat over het algemeen het geval is voor uitgevers die lid zijn van ADEB en GEWU), moet de auteur de toestemming van de uitgever verkrijgen om de gepubliceerde PDF-versie te deponeren als de uitgever een update op de originele pagina heeft verstrekt. Er moet echter worden opgemerkt dat sommige uitgevers, met name de leden van ADEB en GEWU, soms bereid zijn om pdf-versies beschikbaar te stellen aan uitgevers van artikelen die in hun tijdschriften worden gepubliceerd.
Gratis toegang na embargo
De vrije toegang tot deze publicaties (d.w.z. het gratis ter beschikking stellen op het publiek toegankelijke internet zonder financiële, juridische of technische belemmeringen) is, zoals voorgeschreven in de tekst van het besluit, van toepassing na een periode van mogelijk embargo (voorwaarde gesteld door de uitgever) maximaal 6 maanden op het gebied van wetenschappen, technieken en mens- of diergeneeskunde en 12 maanden op het gebied van mens- en sociale wetenschappen (art. 8 al 2).
In het geval van een embargo zal de onderzoeker nog steeds zijn manuscript moeten deponeren in een institutioneel archief en kan hij op persoonlijk verzoek een kopie aan een belanghebbende toezenden (art. 8 al. 3). De redactieleden van ADEB en GEWU dringen erop aan dat het aantal “herdrukken” echter redelijk moet blijven en alleen onderzoekers ten goede moet komen om de normale commerciële exploitatie van tijdschriften niet te verstoren.
Het embargo gaat in vanaf de datum van de eerste publicatie (te onderscheiden dus mogelijk vanaf het moment van indiening). Als het artikel bijvoorbeeld op 2 februari 2017 wordt geaccepteerd maar pas op 12 januari 2018 wordt gepubliceerd, gaat het embargo pas in op 12 januari 2018.
Zo blijkt dat de termijnen van 6 en 12 maanden vanaf de eerste publicatie in overeenstemming zijn met die van de federale wet, behalve dat in tegenstelling tot de laatste, het decreet niet vaststelt dat de embargoperiodes automatisch worden geactiveerd. In de federale wetgeving is dit automatisme van embargo’s de regel. Op grond van het besluit is het aan de uitgever om een dergelijk embargo op te leggen. Ten slotte bepaalt de federale wet dat deze termijnen kunnen worden verlengd bij koninklijk besluit (in tegenstelling tot het Open Access-decreet).
Citaat
Hoewel we a priori in artikel 5 van het decreet (betreffende de deponeringsplicht van de onderzoeker) de bronvermelding niet terugvinden, verdient het aanbeveling om te verwijzen naar artikel 1.2 van het decreet betreffende de definitie van open access dat expliciet verwijst naar bepaalde morele rechten van de auteur. Dit zijn het attributie- of vaderschapsrecht (citaatrecht) en het recht op de integriteit van het onderzoekswerk [2]. Daarom dient de bron uiteraard en in de geest van het auteursrecht te worden vermeld wanneer de publicaties vrij toegankelijk ter beschikking worden gesteld. Deze citatievereiste is ook terug te vinden in de federale Open Access wetgeving. Uitgevers die lid zijn van ADEB en GEWU willen graag dat de volledige verwijzing naar de publicatie wordt vermeld en dat de offerte ook de link naar de site van de uitgever bevat.
Ter herinnering, het auteursrecht is een exclusieve bevoegdheid van het federale niveau (zie artikel 6, §1, VI, paragraaf 5, 7° van de bijzondere wet op de institutionele hervorming van 8/8/1980 (hierna WSRI van 8/8/1980). De Franse Gemeenschap is daarentegen bevoegd, behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 127, § 1, eerste lid, 2° van de Grondwet, om haar regels op het gebied van onderwijs vast te stellen [3](zo kan zij het statuut van zijn onderwijzend personeel). Het is ook bevoegd om decreten vast te stellen betreffende wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot aangelegenheden die onder zijn bevoegdheid vallen overeenkomstig artikel 6 bis van de LSRI van 8/8/1980 (wetend dat de bevoegdheden ter zake worden gedeeld tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de gewesten) [4].
Het decreet is gericht op elke onderzoeker die afhankelijk is van een wetenschappelijke of onderwijsinstelling georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap (art. 1, 3°). Uit de tekst blijkt dat de link tussen een auteursartikel en de uitvoering van een wetenschappelijke opdracht (contract of status) duidelijk moet zijn. Anderzijds valt een wetenschappelijk artikel geschreven door een auteur zonder enige contractuele of statutaire band met onderwijs- of wetenschappelijke instellingen niet onder het toepassingsgebied van het decreet. In dit verband kunnen we denken aan artikelen geschreven door personen in de vrije beroepen (advocaat, economisch adviseur, enz.) die niet handelen in het kader van de hierboven beschreven links en niet worden gesubsidieerd.
Tot slot, op grond van art. 1.3° van het decreet, moet worden vermeld dat de wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten die onder het decreet vallen, moeten worden uitgevoerd dankzij een overheidssubsidie of openbare financiering die geheel of gedeeltelijk afkomstig is van de Franse Gemeenschap (in tegenstelling tot de federale wetgeving mag de publicatie niet ten goede komen aan uit financiering van ten minste 50%).
Het decreet mikt duidelijk op publicaties die worden aanvaard in een tijdschrift dat minstens één keer per jaar verschijnt (art. 3). Als gevolg daarvan moeten boeken en bijdragen aan collectieve werken van het toepassingsgebied worden uitgesloten.
Ter vergelijking: de federale wet (die het recht aan de auteur toekent) specificeert expliciet in haar parlementaire procedures dat boeken en bijdragen aan collectieve werken van het toepassingsgebied worden uitgesloten (met als argument een “ander economisch model voor het boek”).
De Franse Gemeenschap (die de auteur de verplichting oplegt) heeft niet hetzelfde gedaan in haar teksten, maar integendeel, boeken en bijdragen aan collectieve werken worden uitgesloten.
Vanaf academiejaar 2018-2019 is het decreet “Open Access” in werking getreden. Deze laatste is gestart op 14 september 2018 [5], alle publicaties die vanaf deze datum onder het decreet vallen, betreffen en maken deel uit van het toepassingsgebied ervan. Sindsdien moet elke onderzoeker die afhankelijk is van een door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde wetenschappelijke/onderwijsinstelling nagaan of hij, naast zijn dwingend recht op grond van de federale wetgeving, niet verplicht is om zijn artikelen in een institutioneel digitaal archief te deponeren.
Retroactiviteit:
In tegenstelling tot de federale wetgeving heeft het decreet “Open Access” geen terugwerkende kracht. De federale wet bepaalt namelijk dat het dwingende recht om het manuscript gratis ter beschikking te stellen van het publiek “ook van toepassing is op werken die worden gemaakt vóór de inwerkingtreding van deze paragraaf (art. XI.196 §2), en niet vervallen op dat moment in het publieke domein”.
Vanuit het oogpunt van internationaal privaatrecht kan worden opgemerkt dat het decreet, in tegenstelling tot het voorschrift van de federale wet Open Access [6], niet automatisch de toepasselijkheid ervan voorziet door de lex contractus (het door de partijen gekozen recht) vanaf het moment dat er een band met België bestaat. Zoals een juridisch artikel ons hierover echter herinnert, zijn publicatiecontracten met wetenschappelijke tijdschriften van grote faam “vaak onderworpen aan een andere wet dan de Belgische wet” [7].
[1]Zie hierboven over federale wetgeving:
[2]Artikel. 1 e 2° van het decreet: “(…) onder voorbehoud van de auteurs een controle op de integriteit en het recht om correct te worden herkend en geciteerd”.
[3]CC, n076/2000 van 21 juni 2000.
[4]Advies 62.666/2/VR van 30 januari 2018 over een voorontwerp van decreet van de Franse Gemeenschap ‘gericht op het uitstippelen van een beleid van vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties (Open Access)’.
[5]Artikel. 15 § 1, 6° van het decreet van 7/11/2013 tot vaststelling van het landschap van het hoger onderwijs en de academische organisatie van studies, MB ., 18/12/2013.
[6]Artikel. XI.196 2§2/1 par. 4.
[7]Campolini, P., Marcus, L., Grégoire, M., De Jonghe, C., Zygas, D., Cabay, J., Berwette, M., Biart, J. en Croisant, G., “Kroniek van wetgeving in privaatrecht – (1 januari – 30 juni 2018) – (Tweede deel)”, JT ., 2018/42, n° 6754, p. 951.